Het komt regelmatig voor dat er massaal vissen sterven. Vooral in de zomer is dit een probleem. Momenteel is dit ook het geval bij een sloot in De Laar Oost in Arnhem. De afgelopen dagen zijn er veel dode vissen uit het water gehaald door waterschap Rivierenland. Omwonenden geven aan dat er slecht onderhoud wordt gepleegd. Het klopt dat veel sloten in de wijk zijn dichtgegroeid. Dit is zeker een probleem. Toch zorgt dit niet overal voor vissensterfte. Wij hebben het waterschap gevraagd of de oorzaak, waarom juist hier veel vissen sterven, nader onderzocht wordt. Ook hebben wij vragen gesteld over het beleid. Hoe kunnen er in de toekomst zoveel mogelijk vissenlevens gespaard worden?
Planten zijn een belangrijke leverancier van zuurstof in het water. Wanneer het water te voedselrijk is ontstaat er een overdaad aan groei van planten en algen. Overdag produceren deze planten zuurstof. Maar ’s nachts wanneer zij geen zuurstof produceren nemen zij zuurstof op uit het water. Daarnaast zijn er veel factoren die het zuurstofgehalte in het water beïnvloeden. Een paar van deze factoren zullen we hier noemen:
De afbraak van algen en planten onttrekt zuurstof uit de waterkolom.
Wanneer het oppervlakte van het water wordt bedekt door kroos of algen kan er op die plek geen licht meer doordringen. Daardoor wordt er onder het bedekte oppervlakte geen zuurstof meer aangemaakt.
In warm water kan minder zuurstofgas oplossen dan in koud water. Ondiep water warmt in de zomer snel op. Vissen gebruiken dan juist extra zuurstof door een verhoogde stofwisseling.
Wanneer het bewolkt is dringt er te weinig zonlicht door. Dit zorgt voor een afname van fotosynthese en dus voor een afname in zuurstof. De zuurstofbehoefte blijft echter gelijk.
Afbraak van organische stoffen kost zuurstof. Meststoffen kunnen uitspoelen in sloten. Riolen kunnen overgestort worden op natuurwater. Een melkfabriek kan afvalwater lozen. Dit zijn allemaal voorbeelden waarbij extra veel organische stoffen in het water terecht komen en het zuurstofgehalte laten dalen.
Kunstmatige leefomgevingen kunnen niet zonder onderhoud. Zonder te baggeren slibt alles dicht en kan er niets meer overleven. Maar tijdens het baggeren kunnen de omstandigheden verslechteren. Daarom zorgt baggeren regelmatig voor vissensterfte. Helaas blijft dit onderhoud noodzakelijk. Wel moet onderhoudswerkzaamheden in fases worden uitgevoerd, zodat in ieder geval een deel van de vissen kan overleven.