Bijvangst

Per jaar wordt er geschat hoeveel bijvangst er ongeveer zal zijn in de Noordzee. Deze schattingen liggen ongeveer tussen de 800.000 en 950.000 ton per jaar.

Wanneer je het hebt over bijvangst dan gaat het om vissoorten of andere dieren die naast de doelsoort waarop gevist wordt gevangen worden. Ze komen met de doelsoort omhoog in het net of hebben in hetzelfde aas gebeten waardoor ze gehaakt zijn. Hier kunnen ook vissoorten of dieren bij zitten die een bedreigde of beschermde status hebben.

Vaak worden deze vissen en dieren weer overboord gezet. Dit noemen ze discards.

Er wordt gedacht dat de totale discards ongeveer op 9,1 miljoen ton wereldwijd staat.

Het teruggooien van vis  kan ook gebeuren omdat de vis onder de maat is, weinig waarde heeft, beschadigd is of omdat ze een vissoort tegen komen die economisch veel interessanter is. Dat laatste wordt ook wel high grading genoemd.

De vissen die overboord worden gegooid overleven dit vaak niet. Bijvangst draagt daarom bij aan de afname van vissoorten. Dit komt omdat de vissen tijdens het omhoog halen al gestikt of geplet zijn of omdat de ingewanden door de druk naar buiten worden geduwd. Wanneer ze wel levend aan boord komen wil dit nog niet zeggen dat ze het overleven wanneer ze terug in zee gegooid worden.

Omdat men niet weet wat de precieze cijfers zijn van deze discards weet men ook niet hoeveel er nu echt gevist wordt. De verwachting is dat wanneer deze aantallen bekend zouden zijn, de quota zeker overschreden worden en er dus nog meer overbevissing plaatsvindt.

Er wordt wel getracht om meer inzicht te krijgen op hoe groot het aantal discards daadwerkelijk is. Er zijn methoden ontwikkeld op de vissersboten zoals elektronische videobewaking, elektronische logboeken, enquĂȘtes en onderzoekers die mee aan boord gaan. Het probleem is vaak dat dit duur is en vertragend werkt. Bij vissers ontbreekt soms de kennis om vangsten goed te documenteren of men wil niet meewerken waarbij bijvoorbeeld volgsystemen worden uit gezet.

Sommige vissers beweren dat ze een onderdeel zijn van het ecosysteem en dat ook dode vissen die overboord worden gegooid een bron zijn van voedsel voor bijvoorbeeld vogels. Ze beweren dat de vogelstand zal afnemen als ze minder of geen vis meer overboord gooien.