Zalm (Salmo salar)

Hoi, ik ben Sally en ik ben een zalm. Wat leuk dat je meer over mij wilt weten!

Het is nu oktober en ik ben aan mijn trek bezig naar de paaigronden. Hier komen we al van oudsher bij elkaar.

Maar ik zal je eerst vertellen hoe ik hier uiteindelijk ben gekomen. Mijn vader en moeder hebben gepaaid in een schone, stromende rivier. Ze maakten kleine kuiltjes in de kiezels; hier zijn de eitjes gelegd en bevrucht. Na 20 dagen kwamen ik uit het eitje. Al vrij snel was ik zelfstandig. Ik had een territorium gemaakt met daarin een paar favoriete plekjes waar ik geregeld terugkwam.

Ik vind het geweldig wanneer het water helder is en goed stroomt. Ook vind ik het fijn als er wat grote rotsblokken en takken in het water liggen, maar ook niet te veel. Het moet geen labyrint van rotsen en takken zijn, want dan ontsnapt mijn prooivis de hele tijd.

Mijn territorium heeft mij vier jaar lang van voldoende voedsel voorzien. Zodoende heb ik genoeg vetreserves opgebouwd. Maar in het zoete water kon ik niet zo hard groeien. Ik merkte wel dat mijn lichaam aan het veranderen was. Ik kreeg een meer zilveren kleur, lichte buik en donkere rug. Maar ook inwendig veranderde ik. Later begreep ik dat dit nodig was om beter tegen het zoute zeewater te kunnen.

Op een gegeven moment voelde ik namelijk de drang om weg te gaan uit mijn territorium en zwom ik met de stroom mee. Ik legde soms wel 20 km. per dag af. Mijn reis zat vol uitdagingen en gevaren. Onderweg kwam ik dammen, gemalen en roofdieren tegen die ik moest ontwijken. Gelukkig kwam ik steeds meer soortgenoten tegen die dezelfde richting op gingen. We moesten wel even wennen aan elkaar. We aten niet zoveel maar we merkten wel dat het hielp om samen te werken wanneer we op andere vissen jaagden. Als groep was het ook makkelijker om te ontsnappen aan roofvissen. Na een poosje bereikten we de oceaan en gingen we op zoek naar voedselrijke wateren. Hier zijn we drie jaar gebleven. Er was hier zoveel voedsel; we aten wel 40 verschillende soorten vissen.

In de oceaan waren natuurlijk ook veel gevaren. Andere vissen, zoogdieren en vogels jaagden op ons, zoals wij op kleinere vissen jaagden. Dan moesten we goed samenwerken om in een schoolformatie te blijven.

Echter konden veel van mijn soortgenoten niets doen tegen jullie mensen. Jullie gooiden netten in het water waarmee jullie in één keer een hele school uit het water visten.

Gelukkig heb ik al deze gevaren overleefd en weeg ik nu drie kilo. Ik ben gestopt met eten; ik vertrouw op mijn vetreserves om de hele weg weer terug te zwemmen naar mijn geboortegrond. Hier zal ik een mannetje zoeken dat met mij wil paaien, net zoals mijn ouders hebben gedaan. Na deze uitputtende reis en het leggen van mijn eieren is het waarschijnlijk dat ik sterf, maar ik heb een mooi leven gehad.

Ik wil je vragen om je in te gaan zetten voor mijn soort, zodat ook mijn nageslacht een goed leven krijgt. In veel gedeelten van Europa zijn we nagenoeg verdwenen. We hebben echt je hulp nodig. We zijn afhankelijk van schone en goed bereikbare rivieren en paaigronden. Ook help je ons door ons niet op te eten. Jullie kweken ons zelfs. Ik kwam een keer grote kooien tegen waar wel duizenden soortgenoten in gevangen zaten. Dat was zo triest om te zien. Kunnen jullie niet diervriendelijkere voedselkeuzes maken?