Rietvoorn (Scardinius erythrophthalmus)

Hoi ik ben Scar en ik ben een rietvoorn.

De zon schijnt vandaag en het water is aangenaam warm. Op dit moment leef ik samen met vrienden en familie in een grote plas. Het water is hier mooi helder. We vinden ons voedsel en bescherming tussen de verschillende ondergedoken waterplanten en moerasplanten.

Het heeft wel even geduurd voordat we deze plek gevonden hadden. Toen ik jong was leefde ik in een smalle watergang, jullie noemen dat een sloot. Er was daar maar weinig beplanting. Het zicht was er matig vanwege het troebele water. Er leefden ook andere vissen maar daar trokken we ons niets van aan. Overdag zwommen we ons gebruikelijke rondje op zoek naar voedsel. Dit bestond uit algen, insecten en andere kleine beestjes. Wanneer het donkerder werd zochten we de bescherming tussen een klein groepje waterplanten. Ook andere vissen kwamen hier bescherming zoeken.

Op een dag kwam er een machine die onze hele plek overhoop haalde. In mum van tijd werden waterplanten met modder en al uit de sloot gehaald en op de kant gegooid. Het was een trieste dag. Ik heb toen veel van mijn kameraden verloren die niet op tijd weg konden zwemmen. Na afloop waren alle waterplanten verdwenen en de sloot was een grote modderpoel. Het werd ook kouder en de dagen korter. Het werd tijd om dit ondiepe water te verlaten.

We kwamen aan in dit grote water. We zwommen naar de diepte. Het diepe water is weliswaar koel, maar de temperatuur is stabiel en er is geen golfslag. Door de lagere temperatuur zijn we wel minder actief.

Toen de dagen weer langer werden zwommen we omhoog  en begonnen dit grote water verder te verkennen. We zagen de vele waterplanten die begonnen te groeien. Omdat deze planten nog niet groot genoeg waren om ons bescherming te kunnen bieden zochten we eerst beschutting tussen de vele boomtakken, het riet en de stenen.

We kwamen steeds meer soortgenoten tegen, zowel jongere als oudere rietvoorns. Samen vormden we een school van kleinere en grotere vissen. Ook andere jonge vissen zoals baars en brasem sloten zich bij ons aan. Naarmate het seizoen vorderde gingen deze soorten meer hun eigen weg. Dat is maar goed ook,  want onze eigen nakomelingen zoeken ook onze nabijheid op. Daar willen wij geen baars bij in de buurt hebben. Deze vissen eten namelijk alles wat kleiner is dan zijzelf.

In tegenstelling tot ons leven in de sloot zoeken we hier juist overdag de vele grote waterplanten op en wanneer de zon ondergaat, gaan we naar de randen van de begroeiing of zwemmen zelfs het openwater op. Dit alles is afhankelijk van waar we denken dat er voedsel te vinden is.

Het was fijn om even kennis met je te maken. Hopelijk heb je een beter beeld gekregen over ons leven. We genieten nog even van het aangename weer voordat de dagen weer korter worden en we weer de diepte en rust opzoeken.

Mogelijk zal er binnenkort een filmpje komen over ons, want er waren van die rare mensen die ons aan het filmen waren.