Hoi, ik ben Erica en ik ben een baars. Wat leuk dat je meer over mij wilt weten!
Ik heb vijf zwarte dwarsbanden over mijn lichaam. Wij baarzen hebben vijf tot negen van deze banden. Mijn lichaamskleur is geel, maar mijn soortgenoten kunnen ook meer lichtbruin zijn. Mijn buikvinnen, anaalvin en een gedeelte van mijn staart zijn mooi rood / oranje gekleurd. Mijn rug wordt bedekt door twee rugvinnen. Op de eerste zit een kenmerkende zwarte vlek. Dit geeft mij wel een stoer uiterlijk. Wanneer ik opgewonden ben dan zet ik mijn rugvinnen helemaal uit waardoor ik een indrukwekkende kam heb.
Ik vind diep, helder, matig voedselrijk water met veel waterplanten het prettigst om in te wonen. In dit type water kan ik uitgroeien tot een grote sterke baars. De waterplanten gebruik ik om eitjes af te zetten. Deze eitjes worden gelegd in een lange brede sliert. Ik heb verhalen gehoord dat onze voorouders eitjes legden op ondergelopen land. Daar waren veel planten en door de lage waterdiepte was het water er snel warm, wat gunstig is voor de ontwikkeling van onze eitjes. Helaas is dit niet meer mogelijk. Het water blijft nu bijna altijd min of meer op dezelfde hoogte. Dat komt omdat jullie mensen het waterpeil volledig onder controle houden.
Naarmate ik opgroeide heb ik verschillende waterlagen opgezocht. Toen ik nog klein was, zwom ik in een grote school van wel honderden leeftijdgenoten. We leefden met name in de bovenste waterlaag van het ondiepe water. Dit is meestal in de buurt van oevers en planten. We aten in het begin voornamelijk plankton. Naarmate we groter werden, vulden we ons menu aan met grotere prooien zoals insecten.
Tegenwoordig eten we echt van alles; we zijn erg opportunistisch. We eten kleine insecten en vissen. Zelfs onze kleinere soortgenoten zien wij als een lekker hapje. Na het zoeken van voedsel komen we altijd wel weer op dezelfde plek terug om te rusten. Dit noemen we ons thuis. Vaak is dit bij planten en obstakels. Hier kunnen we bij onraad snel naartoe vluchten.
Nu we volwassen zijn komen we nog steeds in scholen voor, maar niet meer met zoveel. We leven nu ook in de diepere lagen van het water, tot tientallen meters diep.
Tot nu toe heb ik gelukkig nog niet in aas van een visser gebeten. Wanneer een baars omhoog wordt getrokken doet dit namelijk pijn aan onze zwemblaas. Ik heb gezien dat veel vrienden en familie werden gevangen door vissers. Soms hadden ze nog dagenlang moeite met het jagen op voedsel. Hopelijk blijft mij die ellende en stress bespaard.