Impact van de visserij wereldwijd

De visserij is de afgelopen jaren enorm veranderd. Kleinschalige visserij heeft plaatsgemaakt voor de grote vissersschepen. Hierdoor kan men in korte tijd grote hoeveelheden vis vangen.

Zo zijn er schepen die bijvoorbeeld met ringnetten hele scholen vis in een keer uit het water kunnen vissen. Zo’n ringnet wordt uitgezet in een cirkel om een school vissen heen. Dan sluit men het net aan de onderkant. De hele school vissen, samen met eventuele predatoren die op deze vissen aan het jagen waren, worden dan in een keer uit het water gevist. Het vissen op scholen vis heeft een enorme impact op de natuurlijke trekroutes van roofdieren en hun voortplantingsgronden. Vorig jaar heeft het Wereld Natuur Fonds (WWF) samen met een aantal partners het rapport “Protecting Blue Corridors” uitgebracht. Het rapport benadrukt het belang van de walvisroutes en hoe opeengestapelde effecten van industriële visserij, aanvaringen met schepen, vervuiling, verlies van leefgebied en klimaatverandering langs die routes gevaarlijke en vaak zelfs dodelijke hindernissen zijn voor walvissen.

Er wordt ook gevist met sleepnetten. Sleepnetten zijn kegelvormige netten eindigend in een kuil die door de waterkolom of over de bodem worden gesleept. De sleepnetten worden aan weerszijde of aan de achterzijde van de boot voortgetrokken. Deze vangstmethode wordt veel gebruikt in de visserij op witvis (zoals kabeljauw, wijting en schelvis) en platvis (zoals tong en schol). Bodemsoorten leven vaak in gemengde groepen, zodat naast de doelsoort ook andere soorten in de netten terechtkomen. Daarom wordt deze vorm van visserij ook wel eens gemengde visserij genoemd. Ze kosten niet alleen het leven van veel vissen maar ook de bodem, het leefgebied van deze vissen, wordt zwaar aangetast. Het kan ook voorkomen dat een deel van de netten achter stenen, schelpenbakken of wrakhout blijft hangen. Deze netten worden ghost nets genoemd. Er wordt niet meer doelgericht mee gevist. Maar deze verlaten netten maken vaak nog steeds slachtoffers van dieren die erin verstrikt raken.

Een andere bekende vismethode is longline vissen. Een longline visser vist met een lange lijn waaraan vele kortere lijnen met aas zitten. De hoofdlijn kan vele kilometers lang zijn, met soms meer dan 2500 zijlijnen met aas. Zwaardvis, tonijn en haai worden op deze manier gevangen op de oceaan. Deze visserij is berucht om de bijvangst van albatrossen, zeeschildpadden en zeldzame haaien. Er zijn ook vissers die de hoofdlijn tot op de bodem laten zinken en vangen dan bijvoorbeeld kabeljauw of heilbot.

Dit zijn zo een aantal voorbeelden hoe er massaal op vissen wordt gejaagd. Wanneer men doorgaat met de visserij in de huidige vorm zal de bedreiging voor de biodiversiteit nog meer toenemen tot een kritiek punt. De visbestanden zullen op lange termijn nog verder beschadigen waardoor ook mensen verhongeren die afhankelijk zijn van de oceaan als eerste levensbehoefte.

Door de industriële vorm die de visserij heeft aangenomen komen kleine vissers van bijvoorbeeld Afrikaanse landen met lege handen te staan zowel in inkomsten als voedsel. Daardoor zijn er vele Afrikaanse vissers andere inkomstbronnen gaan zoeken waaronder piraterij of het stropen van dieren op het land.

Invloed van de Nederlandse visserij

Er zijn drie grote vismaatschappijen in Nederland die in veel landen een belangrijk aandeel van de markt in handen hebben. Ze hebben allerlei dochterondernemingen. Deze ondernemingen zitten in Europa maar ook in Afrika. Veel schepen varen ook steeds onder andere landsvlaggen. De zogenaamde “flags of convenience’. Door onder een andere vlag te varen staat het schip in een ander land geregistreerd en valt dit schip onder de wet en regelgeving van het bijbehorende land. Hierdoor kan strengere wet of regelgeving in eigen land worden omzeild. Door deze structuren is het onmogelijk om goed zicht te hebben op wat een land nu daadwerkelijk vangt. De Nederlandse visserij is daarom in werkelijkheid veel omvangrijker dan de cijfers doen vermoeden.