Snelstromende ecosystemen worden gekenmerkt door snelstromend water dat in èèn richting beweegt. Men noemt deze systemen ook wel lotische ecosystemen. Organismen die in lotische ecosystemen leven, moeten de kracht van bewegend water kunnen weerstaan Voorbeelden van lotische ecosystemen zijn rivieren en beken. Het zijn verbindingsroutes en zones tussen verschillende habitats. Door erosie en sedimentatie zijn de substraten van deze ecosystemen behoorlijk verschillend. Het bewegende wateroppervlakte zorgt ervoor dat er veel zuurstof uit de lucht wordt opgenomen.
Stilstaande of half stilstaande ecosystemen zijn bijna allemaal ontstaan door de mens. Ze worden gekenmerkt door stilstaandof zwak stromend water. Deze systemen worden ook wel lentische ecosystemen genoemd. Voorbeelden van lentische ecosystemen zijn meren, poelen, kanalen of sloten. Dieren die in lentische omgevingen leven brengen vaak hun hele leven door in hetzelfde habitat.
Wetland ecosysteem
Wetlands zijn gebieden die verbonden zijn met de rivieren. Ze hebben een grote ecologische invloed op het leven van rivier organismen. Deze gebieden kennen veel dynamiek en komen tenminste eenmaal per jaar onder water komen te staan door overstroming van rivieren. Veel vissoorten maken gebruik van deze stijging van het water om te paaien. Er zijn dan meer planten bereikbaar waartussen ze hun eitjes kunnen afzetten. Deze ecosystemen zijn in Nederland al aardig hersteld maar nog lang niet zoals het vroeger was.